Netneutraliteit – garanderen of reguleren

Netneutraliteit – garanderen of reguleren

Recent slingerde Obama de discussie aan inzake netneutraliteit in de Verenigde staten. In Europa is over netneutraliteit enige tijd geleden een soortgelijke discussie gevoerd en ondertussen zijn er, voor zover bekend, maar twee landen ter wereld die netneutraliteit in de wet hebben vastgelegd. Nederland en Chili. De Europese Commissie heeft zich ook positief uitgesproken over netneutraliteit, zij het in beginsel wat algemener en minder strikt. Waarom komt deze discussie iedere keer weer naar boven en wat zijn de belangen van de betrokken partijen.

 

Wat is netneutraliteit

De netneutraliteit geldt in Nederland sinds 1 januari 2013. De wet, vastgelegd in artikel 7.4a van de Telecomwet, bepaalt dat internetproviders geen diensten of toepassingen op het internet mogen belemmeren. Alle data moet gelijk worden behandeld (Neutraal). Dat betekent dat aanbieders hun klanten toegang tot specifieke diensten niet mogen ontzeggen. Ook mogen ze geen extra geld vragen voor bijvoorbeeld Netflix en is het niet toegestaan Youtube langzamer te maken dan andere videodiensten. (bron: nos.nl).

Zie voor het concept deze VIDEO over netneutraliteit.

Voor netneutraliteit dienen providers in Nederland zich aan de volgende 5 regels te houden:

  • Providers mogen op geen enkele wijze iemand de mogelijkheid tot het internetgebruik ontnemen of belemmeren, tenzij een maatregel in het belang is van de privacy van een gebruiker of van het weren van internetvirussen en dergelijke (art. 15A sub a).
  • Providers moeten services voor ouderlijk toezicht aanbieden (art. 15A sub d).
  • Providers dienen hun klanten te voorzien van een in een voor de klant begrijpelijke taal geschreven exemplaar van hun contract, met daarin alle informatie over hun internetverbinding (art. 15A sub b).
  • Providers moeten de volgende zaken garanderen: de privacy van de gebruiker, bescherming tegen virussen en netwerkbeveiliging (art. 15C).
  • Providers dienen toegang te verlenen tot alle beschikbare data op het internet (art. 15A sub c), met andere woorden, discriminatie is verboden.

Uiteraard zijn er uitzonderingen: In de trein bijvoorbeeld is het niet mogelijk om streaming diensten te gebruiken om te voorkomen dat internet niet meer bruikbaar is voor iedereen. Hierbij mag niet één enkele dienst afgesloten worden, vergelijkbare diensten mogen dan ook niet bereikbaar zijn. Daarnaast kan de provider premium diensten aanbieden waarmee sommige diensten bovenop een normaal abonnement kunnen worden afgenomen, zoals bijvoorbeeld bij spotify het geval is.

Europa

In Europa heeft Neelie Kroes indertijd aangegeven netneutraliteit te ondersteunen en had hiervoor een plan opgesteld. Dit plan ging de commissie echter niet ver genoeg en liet teveel ruimte over voor vrije interpretatie. De plannen werden aangepast en momenteel ligt er een plan dat in grote lijnen lijkt op hetgeen in Nederland als via de wet wordt toegepast. Over dit plan moet de raad van ministers van alle EU landen nog instemmen. Het Europese parlement ging eerder in 2014 al accoord. Het is de bedoeling dat eind 2015 netneutraliteit – naar Nederlands model – in de gehele EU wordt ingevoerd. Europa kiest hiermee duidelijk voor een wet die garanties afgeeft.

Obama

Waar de FCC (Federal Communications Commission), die over regulering van de Amerikaanse telecomsector gaat, in de Verenigde staten al voorstander van beperkte netneutraliteit was en dit ook al afgeroepen was, zijn zij teruggefloten door een federaal hof van appèl na een rechtszaak aangespannen door Verizon. Nu mengt de Amerikaanse president Barack Obama zich in de discussie. Obama is van mening dat internetproviders van online diensten als Netflix of Youtube geen geld mogen vragen om die data sneller over hun netwerken te loodsen. De Federal Communications Commission, een onafhankelijke toezichthouder, moet wat hem betreft iedere vorm van ‘betaalde prioritering’ op internet uitdrukkelijk verbieden. Hij wil providers zelfs behandelen als bedrijven die elementaire levensbehoeften leveren, zoals nuts bedrijven. Dat geeft de overheid meer greep op de bedrijven en kan men het internetverkeer net zo reguleren als het telefoonverkeer.

Zoek de verschillen

Waar de verschillen hem hoofdzakelijk in lijken te zitten is dat in Nederland  – en hopenlijk binnenkort Europa – slechts een WET is aangenomen die netneutraliteit garandeert, terwijl de amerikaanse overheid een wet probeert te creëren die netneutraliteit reguleert. Juist die overheidsbemoeienis maakt de discussie uitermate lastig, want moet een overheid zich wel bezig (willen) houden met regulering van het – in principe – vrije internet. In alle gevallen lijkt de discussie iedere keer opnieuw te moeten worden gevoerd voor aanbieders van internetdiensten, aanbieders van breedbandverbindingen en aanbieders van mobiele diensten. Omdat in alle gevallen de bandbreedte aanzienlijk kan verschillen, lijkt het logisch dat ale typen aanbieders apart moeten worden behandeld. In mijn optiek gaat het “gewoon” om internet toegang. Als je toegang levert, dien je je aan geldende (commerciële en wettelijke) afspraken te houden. Punt uit. Uiteraard moet het wel mogelijk blijven om, op basis van de eigen behoefte, een abonnement met hogere of lagere bandbreedte af te sluiten, dat blijft dan je eigen keuze. De keuze voor gewenste bandbreedte is uiteraard anders dan een keuze om op bepaalde diensten voorrang te verkrijgen.

Aanbieders van internetdiensten zullen blij zijn met netneutraliteit, ze kunnen immers hun diensten onbeperkt aanbieden aan hun eindgebruikers tegen tarieven die ze zelf vaststellen op basis van abonnementen. Ook voor consumenten is er reden om hier blij van te worden, voor deze groep geldt dat ze abonnementen af kunnen sluiten op basis van hun internetbehoeftes, met garantie op dezelfde bandbreedte voor iedere dienst die gebruikt wordt. Internetproviders echter zullen deze ontwikkeling niet toejuichen. Voor hen zal gaan gelden dat ze naar andere verdienmodellen moeten omkijken terwijl noodzakelijke investeringen in hun infrastructuur wel gewoon doorlopen om de bandbreedte waarvoor betaald wordt ook te kunnen blijven leveren.

De algemenisering van een garantie, die door een overheid wordt afgegeven en gecontroleerd, is anders dan een overheid die zaken reguleert. Met dit laatste krijgt de overheid teveel zeggenschap over het vrije internet en kan men naar gelang van ontwikkelingen, de zaak ineens aanpassen omdat dat de overheid beter zou passen. Dit is in mijn ogen een onwenselijke situatie. Het internet is juist gegroeid dankzij het anarchitische karakter van het medium. Teveel overheidsbemoeienis zou dit juist weer teniet doen. Providers als nutsbedrijven aanmerken, zoals Obama aangaf, lijkt hierin het doel voorbij te schieten, tenzij je van plan bent om de sector bepaalde regels op te willen leggen die de overheid beter passen, en daar lijkt het momenteel wel op.

 

 

 

Comments are closed.